Mag Deventer zich nu de Home of Football noemen?
Er zijn stadions, en er is De Adelaarshorst. Aan de Vetkampstraat begon het allemaal in 1921. Gewoon een veld, een bal en een club. Geen betonnen reus aan de rand van de stad, maar een voetbaltempel midden in een woonwijk: Voorstad -Oost. Daar is de komende tien maanden de KNVB beker te vinden. Midden in de woonwijk, alsof het stadion er altijd al heeft gestaan. Een plek waar de lijnen op het veld net zo heilig zijn als de stoeptegels eromheen.
De Adelaarshorst is misschien officieel een stadion, maar in werkelijkheid is het veel meer dan dat — het is een gevoel. Een knusse voetbaltempel verscholen in een woonwijk, waar de tribunes kraken van de geschiedenis en de passie bijna tastbaar is. Hier ruik je gras, hoor je gezang en voel je het kloppende hart van Go Ahead Eagles. Het is een plek waar voetbal leeft zoals het bedoeld is: sportief, echt en met een rood-gele ziel. De clubkleuren.
Geen modieuze tinten, maar oerkleuren. Ze schreeuwen niet alleen passie van de daken, ze vertellen een verhaal. Historisch? Geworteld in het stadswapen van Deventer waarin de Adelaar te zien is. Psychologisch? De kleuren rood en geel. Rood is hartstocht, strijd, bloed, zweet en tranen. Geel is levenskracht, zonlicht, hoop. Samen brengen ze precies wat je op het voetbalveld nodig hebt: vuur én vreugde in het stadion. De Home of Football.
Geschreven door Rene Berends, Clemens Hogenstijn, Harry Webers, Geerle van der Wijk
