Deventer Op Stelten

Is het lopen op stelten volgens Pieter Bruegel werkelijk kinderspel?

Steltenlopers waren oorspronkelijk vooral te vinden in ruige of moerasachtige gebieden. In regio's waar beken en rivieren vaak buiten hun oevers traden, maakten mensen gebruik van stelten om zich voort te bewegen. Dit maakte het mogelijk om natte terreinen eenvoudig te doorkruisen en bood daarnaast een goed overzicht over het landschap. Zo waren de stelten een mooi hulpmiddel als je stond te vissen in een moerassig gebied. Bovendien werden stelten in de landbouw ingezet, bijvoorbeeld om de oogst uit hoge bomen gemakkelijker te verzamelen.

Steltlopen had ook nog een andere functie: plezier. De schilder Pieter Bruegel liet het ons mooi zien op zijn schilderij ‘De kinderspelen’. Pieter Bruegel werd geboren in Breda en leefde van ongeveer 1526 tot 1569. Op het schilderij uit 1560 zien we zo’n 80 kinderspelen afgebeeld. Het speelt zich af op een plein in een stad aan een rivier (en nee, het is Deventer niet). Als je kijkt naar dit deel van het schilderij lopen er twee steltenlopers. Ze halen acrobatische toeren uit om hun evenwicht te bewaren.

Steltlopen is niet alleen acrobatiek. Het kan ook alles te maken hebben met het vertellen van verhalen. Deventer Op Stelten draait om het vertellen van verhalen. Vooral op een beeldende en visuele manier: kleurrijke kostuums, grootschalige apparaten waarmee steltenlopers zich verplaatsen, geluid en licht. Dit alles creëert een onvergetelijke ervaring voor het publiek. En publiek en steltenlopers beleven er veel plezier aan. Maar dat wist Pieter Bruegel natuurlijk ook al.