Waarom kun je in een doolhof maar beter een plattegrond gebruiken?
De oudste plattegrond van Deventer dateert van kort vóór 1560. De maker droeg voor de stad Deventer een veel betekende naam: Jacob van Deventer. Hij werd vermoedelijk omstreeks 1500 geboren in Kampen, studeerde in Leuven, werkte vanuit Mechelen en stierf in Keulen. Zijn jongensjaren bracht Jacob echter in Deventer door en aan die stad wilde hij zijn naam ontlenen. Zijn beroep: cartograaf. Hij tekende plattegronden en wees je zo de weg in het doolhof van de stad.
Atlas met plattegronden
Jacob bracht een atlas met plattegronden uit. In de atlas, zie je steden in de Nederlanden maar ook nog steden uit een aantal buurlanden van ons. Zijn opdrachtgever was de landsheer koning Filips II, die een betrouwbaar overzicht verlangde van de militaire situatie in zijn gewesten. Van Deventer moest hij dus een precies kaartbeeld leveren, gebaseerd op origineel onderzoek. Dat deed hij met behulp van driehoeksmeting. Vanaf torens en met behulp van meetkettingen bracht hij de plattegrond van ongeveer 220 steden zo nauwkeurig in kaart dat een transparante moderne kaart precies op het historische beeld past.
Het schependom
Bij bijna alle steden geeft Jacob het schependom, dus het gebied om de stad, slechts schetsmatig weer. In het geval van Deventer werkt hij de weergave van de omgeving echter nauwkeurig uit. De stadsweiden, de doorgaande wegen, de vrijstaande woningen en de bedrijfsgebouwen staan alle weergeven. Ook de wind- en watermolens, de ramen (voor het drogen van stoffen), de lakennijverheid en de landbouwschuren wijzen op bedrijfsmatige activiteiten. Het leprozenhuis, een kapel, boerderijen en de Hof van Colmschate completeren het beeld van het buitengebied. Jacob zal er vast als een nieuwgierige schooljongen hebben rondgezworven. En misschien is hij wel verdwaald omdat hij toen nog geen plattegrond had. ↵