Wat moet je kunnen om met een Koggeschip te zeilen en een bordspel te winnen?
Koggeschepen hadden een lengte tussen de 15 en 25 meter. Het woord ‘kogge’ komt waarschijnlijk van het middelnederlandse woord ‘kog’, wat rond of bol betekent. Het verwijst naar het kenmerkende ronde uiterlijk van het schip, vooral de gebogen romp. Het schip kon een grote lading graan, laken, wol, hout, vis of zout vervoeren. Het was een robuust vaartuig. Er kon zo’n 90.000 kilo lading aan boord. De houten scheepshuid beschermde lading goed tegen de golven tijdens de tocht.
De bemanning
Aan boord waren vaak een man of acht. Een schipper. Hij was vaak de eigenaar van het Koggeschip maar tegelijkertijd ook de handelaar. De stuurman die de boot bestuurde en aan de bemanning de verschillende opdrachten gaf om koers te houden. Tenslotte zo’n zes bemanningsleden die de zeilen moesten bedienen en ook moesten zorgen voor het anker als dat uitgegooid werd. De grotere Koggeschepen hadden vaak ook nog een aparte kok aan boord.
Navigeren
Maar hoe wisten ze nu hun weg op zee te vinden in een tijd zonder kaarten en GPS? Eigenlijk was hun belangrijkste ‘navigatie- instrument’ de kustlijn. De Bergenvaarders voeren via de Noordzee en volgden de kustlijn van Noordwest-Europa. De reis van Schonenvaarders ging langs de kusten van Noord-Duitsland en Denemarken en uiteindelijk Zuid-Zweden. Ook de zon, maan en sterren waren voor de schippers een navigatie-instrument. Ze gebruikten de zon om de richting van het oosten en westen te bepalen en vooral de Poolster om de noordelijke richting te vinden. Want ook ’s nachts werd er gewoon gevaren. De gemiddelde snelheid was ongeveer 4 tot 5 knopen. Dat is ongeveer 7,5 kilometer per uur.
Het molenspel
De bemanning leefde en sliep tussen de lading goederen aan boord en alle touwen die nodig zijn voor het zeilen. Stond er weinig wind en ging het niet zo hard dan deden ze een spelletje. Het wordt nog steeds gespeeld. Het molenspel. Het is een bordspel. Het werd in de Hanzetijd ook wel in een baksteen gekrast. Hadden ze de steen niet aan boord dan kerfden ze het ‘bord’ in het dek. Je speelt met twee spelers en iedere speler krijgt negen pionnen. De één zwart en de ander wit. Het spel wordt gespeeld op de 24 punten die er staan op het speelbord. Dat zijn de kruisingen en lijnen. Je wint als je tegenstander minder dan drie pionnen over heeft. Net als op zee, je moet ook bij dit spel goed en slim kunnen navigeren.