Verhalen

WHAT THE HANZE?!… Over: De Gilden

  • Geschreven door Rene Berends, Clemens Hogenstijn, Harry Webers, Geerle v.d. Wijk
  • Leestijd Leestijd 2 minuten
  • Home 639 x bekeken

In middeleeuwse steden als Deventer waren er veel mensen die van beroep bakker, slager, meubelmaker of kleermaker waren. Zulke ambachtslieden werkten steeds meer samen. Ze organiseerden zich in vakverenigingen, die gilden worden genoemd. Als je een burger van een stad was en een ambacht uit wilde oefenen, moest je lid worden van een gilde.

Wat is een gilde?

Gilden

In een gildebrief hadden gilden hun eigen regels vastgelegd. Die regels gingen onder meer over de prijzen van producten en over de opleiding van ambachtslieden. Gilden waren ook sociale verenigingen. Er werd samen feest gevierd, maar als iemand een ongeluk gekregen had of ziek werd, zorgden gildeleden ook voor elkaar. Belangrijk voor ieder gilde was dat de kennis en ervaring van het ambacht doorgegeven werden. Als jongens een vak wilden leren, gingen ze als leerling bij een meester in dienst. Na een tijdje werd je een knecht (een gezel) en sommige knechten deden uiteindelijk een meesterproef. Als je daarvoor slaagde, werd je een gildemeester.

Bergenvaarders en Schonenvaarders

Deventer kende twee gilden van zeelieden. Kooplieden, die op de Noorse stad Bergen voeren, verenigden zich in het Bergenvaardersgilde. Hun belangrijkste handelswaar was stokvis. Zij hadden een eigen gildenhuis, de herberg Sint Olof in de Lange Bisschopstraat, op de hoek van de Sandrasteeg. De Bergenvaarders hadden een eigen kapel in de Lebuinuskerk. Hun wapen is nog in een gewelfschildering in de kerk te zien. Kooplieden van het Schonenvaardersgilde voeren vanaf de dertiende eeuw op het schiereiland Schonen (Skane), in het zuiden van Zweden. Zij brachten er onder andere laken, wijn en zout en namen op hun retourladingen haring mee.

Gildewapen

Op hun gildewapen staan dan ook drie haringen. Die drie haringen kennen we ook van het huis, dat een in de haringhandel rijk geworden koopman, Hendrik Dapper, op de Brink liet bouwen: ‘In de Drie Gekroonde Herinck’. Langs de haven werden de aangevoerde haringen gerookt. Zo'n gerookte haring wordt een bokking genoemd en zo'n rokerij een hang. Nou dan is nu ook maar duidelijk geworden waar de straatnaam ‘Bokkingshang’ naast de oprit van de Wilhelminabrug haar naam aan te danken heeft.

Geschreven door Rene Berends, Clemens Hogenstijn, Harry Webers, Geerle v.d. Wijk

Zij vragen zich wekelijks af What The H*nze?!... Een reeks over historie, heden en toekomst van de Hanze. De column is wekelijks te lezen in Het Deventer Nieuws en via www.hanzejaardeventer.nl.