Wat is een gilde?
Gilden
In een gildebrief hadden gilden hun eigen regels vastgelegd. Die regels gingen onder meer over de prijzen van producten en over de opleiding van ambachtslieden. Gilden waren ook sociale verenigingen. Er werd samen feest gevierd, maar als iemand een ongeluk gekregen had of ziek werd, zorgden gildeleden ook voor elkaar. Belangrijk voor ieder gilde was dat de kennis en ervaring van het ambacht doorgegeven werden. Als jongens een vak wilden leren, gingen ze als leerling bij een meester in dienst. Na een tijdje werd je een knecht (een gezel) en sommige knechten deden uiteindelijk een meesterproef. Als je daarvoor slaagde, werd je een gildemeester.
Bergenvaarders en Schonenvaarders
Deventer kende twee gilden van zeelieden. Kooplieden, die op de Noorse stad Bergen voeren, verenigden zich in het Bergenvaardersgilde. Hun belangrijkste handelswaar was stokvis. Zij hadden een eigen gildenhuis, de herberg Sint Olof in de Lange Bisschopstraat, op de hoek van de Sandrasteeg. De Bergenvaarders hadden een eigen kapel in de Lebuinuskerk. Hun wapen is nog in een gewelfschildering in de kerk te zien. Kooplieden van het Schonenvaardersgilde voeren vanaf de dertiende eeuw op het schiereiland Schonen (Skane), in het zuiden van Zweden. Zij brachten er onder andere laken, wijn en zout en namen op hun retourladingen haring mee.
Gildewapen
Op hun gildewapen staan dan ook drie haringen. Die drie haringen kennen we ook van het huis, dat een in de haringhandel rijk geworden koopman, Hendrik Dapper, op de Brink liet bouwen: ‘In de Drie Gekroonde Herinck’. Langs de haven werden de aangevoerde haringen gerookt. Zo'n gerookte haring wordt een bokking genoemd en zo'n rokerij een hang. Nou dan is nu ook maar duidelijk geworden waar de straatnaam ‘Bokkingshang’ naast de oprit van de Wilhelminabrug haar naam aan te danken heeft.