In een vogelvlucht door de geschiedenis
Achter de VVV-winkel zit een kerk verscholen. Deze kerk dateert van heel wat jaren, eeuwen terug.

Geert Groote en het doopsgezinde Geloof
In de zestiende eeuw ontstond het doopsgezinde geloof, onder andere door de invloed van Geert Groote, een theoloog en zeker ook de grootste en belangrijkste Deventenaar uit de 14e eeuw. Hij predikte het eenvoudige, vrome leven zoals Jezus leefde. Hij wilde dit geloof dichter bij de 'gewone' mensen brengen en deed dat door psalmen vanuit het Latijn te vertalen naar het Nederlands. Het gedachtegoed van Geert Groote verspreidde zich via de Hanzewegen.
De Rotterdamse Erasmus, die toen nog uit een klein 'dorpje' kwam ging zeven jaar naar de Latijnse school. Dit was één van de belangrijkste scholen, deze werd door veel geleerden bezocht en het maakte Deventer een belangrijke stad. De leer, dat er werd onderwezen, werd beïnvloed door het gedachtegoed van Geert Groote, die heerste in Deventer
voor meer informatie bezoek de website van het Geert Groote Huis.
Erasmus pleitte voor naastenliefde, vrede en vrijheid van denken, maar hij bleef binnen de Katholieke kerk. Hij heeft veel invloed gehad op Luther waaruit later Lutherse geloof is ontstaan.
Het doopsgezinde geloof is een Nederlandse afsplitsing van de Lutherse reformatie. De naam dopers heeft te maken met het afkeuren van de kinderdoop. Ook weigerden doopsgezinden wapens op te nemen en wacht te lopen. Als tegenprestatie waren zij heel actief bij de brandbestrijding. De doopsgezinde Jan van der Heyden uit Amsterdam vond de brandspuit uit. Ook voor Deventer werden de brandspuiten bij van der Heyden besteld en het stadsbestuur besloot dat de Doopsgezinden de kosten van f 768,00 moesten betalen. De doopsgezinden bleven bij de brandweer in Deventer, tot in 1980 de brandweer professioneel werd.
Uitsluiting De doopsgezinden werden als ketters vervolgd door het katholieke, en later ook door het gereformeerde gezag. Ze werden uitgesloten van openbare besturen, niet toegelaten tot de gilden en mochten hun geloof niet openlijk uitoefenen. Bijeenkomsten vonden plaats in schuilkerken. Door die uitsluitingen verdienden zij vaak hun geld met handelen. In Deventer was een rijke gemeenschap, met onder hen veel linnenhandelaren.
De Penninckshoek De Deventer linnenkoopman Macharius Penninck kocht in 1588 de ‘’Grote behuisinge aen den Brink’’, een adellijk middeleeuws huis met een hof. Na die aankoop is de pronkgevel met poortgebouw gebouwd, zo werd het een echt ‘stadspaleisje’. Deze gevel geldt als één van de topstukken van de renaissance in Deventer en Nederland. Via die nieuwe poort en een steeg kon je bij de achterliggende gebouwen en het hof komen. De gevel met ornamenten en zes van ‘de zeven deugden’ (beeltenissen) moest de burgers van Deventer en de bezoekers van de Jaarmarkten duidelijk maken dat hier een rijk, adellijk en vooral geletterd echtpaar woonde.

Deugden Vier van de deugden verwijzen naar de oudheid. Dit zijn de kardinale deugden; Prudentia (voorzichtigheid) Fortitudo (kracht) en Temperantia (matigheid). De ontbrekende Justitia (gerechtigheid) heeft waarschijnlijk aan top gestaan en zou er tijdens een onweer afgevallen zijn. De christelijke deugden Fides (geloof), Spes (hoop) en Caritas (liefde) zijn later toegevoegd. Dit is het enige particuliere woonhuis in Nederland waar deugden zijn afgebeeld. De spreuk op de gevel: ‘ Alst Godt behaget ist beter benidet als beklaghet’ (vrij vertaald ‘Als God in mijn welvaart toestemt, maak ik geen bezwaar), wordt ook wel een nijdspreuk genoemd.

Schuilkapel Achter de nieuwe gevel bevond zich ook een kleine katholieke schuilkapel. Na de reformatie werden hier de katholieke diensten in het geheim gehouden. Via de nog steeds aanwezige poort aan de achterkant kon je ongezien de kapel bereiken. Helaas is er van deze kapel niets overgebleven. De doopsgezinden mochten na de reformatie hun eigen geloof niet uitoefenen, en hadden een schuilkerk aan de Korte Assenstraat. Terwijl hun kerk was vervallen, bloeide de doopsgezinde gemeenschap rond 1880 op tot ongeveer 300 leden. Ze ontvingen een royale erfenis en besloten daarmee een nieuwe kerk te bouwen. De oude schuilkerk aan de Korte Assenstraat werd verkocht aan Bussink. Men ging koek bakken in de oude kerk! Na aankoop door de doopsgezinde gemeente onderging De Penninckshoek de grootste veranderingen. De historische gevel moest blijven en gerestaureerd worden, de beschadigde beelden werden geschonken aan het Rijksmuseum en vervangen door kopieën. Architect Kuipers ging aan de slag, hij was een echte ‘kerkenbouwer’. Hij bouwde een neorenaissance kerk en daarna volgde nog 50 kerken. In 1892 werd de kerk aan de Brink in gebruik genomen.
Leuk feitje!
Verwarming Een centrale verwarming was één van de eisen voor de Penninckshoek. Er werd voor die tijd een heel bijzonder vloerverwarmingssysteem aangelegd. Hierdoor was men wel een beetje bang dat het veel gelovigen van andere kerken zou aantrekken.